donderdag 9 februari 2012

Ethiopie en Noord Kenia, week 9 en 10


Gereden afstand: 12600km

Aantal bezochte landen: 14

Schade: zoals eerder genoemd. Daarnaast nu een tweetal gedeukte motorkoffers van Ayso en een beschadigde cilinderkop beschermer rechts na  de weg in Noord Kenia (waarover later meer).

Goedemorgen! We zitten op dit moment nog net op het noordelijk halfrond, een kilometer of tien van de evenaar verwijderd in Nanyuki, Kenia. Nog fysiek herstellend van de meest vreselijk weg op onze reis tot nu toe, zullen we onze lotgevallen van de afgelopen periode optekenen.
Laten we beginnen met de mededeling dat het GS-avontuur commitee een week geleden heeft besloten Ethiopie uit te roepen tot het Motorland 2012! Een passage uit de conclusie van het jurie rapport:
... het feit dat motorrijders onderweg in enkele gevallen worden bekogeld met stenen en met stokken worden belaagd, ze moeten oppassen voor honden, ezels, schapen, kamelen, koeien, geiten, vogels, bavianen, hertachtigen, struisvogelachtigen en mensen onderweg,  weegt geenszins op tegen de schoonheid van de slingerende wegen met fantastisch onderhouden asfalt door indrukwekkende canyons, groene hoogvlaktes en dorpjes. (...) biedt het land voor de all-road rijders voldoende mogelijkheid om het onverharde, in al zijn dimensies, op te zoeken. (...)en dit alles in een aangenaam klimaat met een temperatuur van rond de 25 graden.
We waren gebleven bij ons avontuur in Gonder, waar de motor van Martijn voor een goede afzetprijs was gelast. De volgende dag zijn we vertrokken naar een dorp circa 200km westelijk van Gonder, Lalibele. Ook deze nederzetting staat op de Unesco Wereld Erfgoed lijst vanwege de uit rots gehouwen kerken. Deze 11 kerken zijn grotendeels geheel uit 1 stuk uitgehouwen in de 13e eeuw. Een werkelijk indrukwekkend stukje beeldhouwkunst door koning Lalibele, die op die manier zijn volk wilde beschermen tegen de gevaren die de bedevaart naar Jeruzalem met zich meebracht. Konden ze lekker thuis op bedevaart.
Helaas bleek het te dure laswerk niet bestand tegen 60km gravel op weg naar Lalibele. De motor van Martijn is hier nogmaals op professorische wijze gerepareerd. Een reparatie die het tot het 700km verder gelegen Addis Abbeba (de Ethiopiers leggen de klemtoon op de eerste lettergreep) zou uithouden.
Het slapen in Lalibele gebeurde in een soort motel-achtige constructie. Inmiddels gewend aan koude of lauwe douches met een waterstraal waar de Chinezen hun gevangenen mee martelen, toiletten die uitnodigen tot uitstel van welke vorm van ontlasting ook, en bedden waarvan nooit zeker is of wij de eerste beslapers van het lakengoed zijn, verkozen we deze vorm van overnachten boven het wildkamperen. Dit omdat we er zeker van waren dat we, waar we ook zouden staan, binnen een uur zeker 20 kinderen rond onze tent zouden hebben. Het begrip privacy is in dit land nog niet zo bekend.
Van Lalibele zijn we over de Ethiopische hoogvlaktes, waar de temperatuur door de hoogten varieerde van 35 tot zelfs 10 graden (boven de 3500m),richting Woldya naar Addis Abbeba gereden. Wat ons hierbij verbaasde is dat dit land (dat nu in de droge tijd zit)dat met name bekend is van Live Aid en andere inzamelingsactie in verband met hongersnood, ons slechts hele groene vlaktes, bossen en akkergronden heeft laten zien. Helemaal geen uitgehongerd vee of uitgemergelde mensen. Het oosten van het land is droger, dat is zeker waar, maar het moet toch mogelijk zijn om het voedsel van de ene kant naar de andere kant van het land te krijgen, zou je zeggen. We spraken een manager van het Hilton Hotel in Addis (waar wij helaas niet sliepen) die ons vertelde dat tijdens de laatste hongersnood van afgelopen jaar, de graansilo’s van de speculanten in Addis, nokkivol zaten.  
Waarmee zeker ook gespeculeerd wordt is de benzine. Het spaarzame aantal stations heeft regelmatig geen benzine op de pomp. Wel kun je dan uit een olievat dat achter de pomp staat (uiteraard voor een nader te onderhandelen meerprijs) de broodnodige koolwaterstoffen verkrijgen. Uit een jerrycan van 2, 5 of 10 liter kun je na plaatsing van een trechter in de tank, je tank volgegooid krijgen. Vaak wordt dit goedje met het goedkopere kerosine illegaal aangelengd(dat ook aan de pomp wordt verkocht). Onze ezeltjes geven echter geen kick.
In Addis zijn we neergestreken bij Wim in zijn Holland House. Nabij het niet-meer-in-gebruik-zijnde trein station, runt hij een rustplaats voor overlanders. Hoewel het Ethiopische eten, dat geserveerd wordt op injeera (een soort pannekoek) echt verrukkelijk is, was een echte bitterbal en een bordje hollandse kost een welkome afwisseling in ons dieet. Hier sliepen we in ons tentje in zijn tuin.
Ook hebben we hier op 2 februari de verjaardag van Martijn gevierd. Na een ontbijtje bij ”La Parissiene” met een cafe machiato (wat dat is hoef je in Ethiopie echt nergens uit te leggen), een croissantje, een vers mangosapje en niet te vergeten taart, zijn we naar een van de twee bedrijven in de stad gereden waar het aluminium van het blok van Martijn gelast kon worden. De half-Zwitser die daar de zaak runde gaf wel vertrouwen, en dat dat terecht was blijkt wel uit het feit dat het laswerk het zelfs na de aorta van Noord Kenia gehouden heeft.
De avond hebben we ons diner genoten in een goed lokaal restaurant waar we met muziek en dans werden geentertaind. Echt super. De porties waren, zelf voor ons, was aan de te ruime kant. Nou heb ik altijd geleerd dat als je het niet zelf hebt opgeschept, dat je het mag laten staan. Maar geld dat ook voor Ethiopie, waar vliegtuigladingen met meel en melkpoeder naar toe worden gezonden? Gelukkig werd onze tafel al afgeruimd voor we het antwoord op deze vragen konden geven.
Na Addis achter ons gelaten te hebben, togen we naar het Awasa meer dat in de Rift vallei ten zuiden van deze vieze stad lag. De Rift valei is een gebied dat rijkt van Sudan tot Mozambique en wordt gevormd door twee uitelkaar bewegende tectonische platen. Deze beweging zal er over miljoenen jaren voor zorgen dat het Afrikaanse continent in tweeen wordt opgedeeld. Het gebied is bezaaid met meren en vulkanen. Hier streken we neer in een lodge, waar we ons tentje aan het water konden opzetten. Het eten werd geserveerd met lange stok om de bavianen, die werkelijk alles jatten, een tik te kunnen verkopen of hiermee in ieder geval te kunnen te dreigen.
...
De weg naar de zuidelijk gelegen grensplaats Moyale(Ethiopie/Kenia) was wederom een werkelijk fantastische ervaring.  Rijdend door het Afrikaanse landschap zoals ik me dat thuis in Nederland had voorgesteld met savanne, acaciabomen, af en toe een overstekende tiktik (klein hert-achtige) of groepje bavianen met de muziek van Eelco (mijn kleine overleden broertje) op mijn bol, gaf een groot gevoel van geluk. Het idee dat we helemaal van het winterse Utrecht naar dit oord gereden waren, was een heel bijzonder gevoel. Dit moment van geluk werd helaas verstoord door een steeds sterker wordende rammel waarvan ik de oorzaak niet direct kon achterhalen. Toen de motor bij het remmen wel een erg merkwaardige klik maakte, bleek de rechter remklauw nog slechts aan een van de twee schroeven te hangen, die waarschijnlijk op de gravelwegen van die dag waren losgetrild. Met het vastdraaien van deze schroef kon de rammel worden verholpen.
Vermoeid maar voldaan bleek bij aankomst in het grensplaatsje Moyale, in voorbereiding voor de WEG DER WEGEN, de zwaartekracht nog steeds zijn aantrekkingskracht op mijn motor niet verloren te zijn. Met een snelheid van 5km per uur legde ik hem nog even op zijn linker kant waardoor de aluminium koffer een aardige deuk opliep. Ik beschouw het maar als een souvenir.
Na een verbazingwekkend snelle grenscontrole de volgende ochtend (drie kwartier Ethiopie uit en Kenia in, inclusief Keniaans visum) begonnen we aan de weg waar we reeds door Ewan McGregor en Charly Boorman in ”the long way down” voor waren gewaarschuwd: het Noord Keniaanse gedeelte van de pan-african highway, de aorta van Noord Kenia, de A2 ofwel Moyale road.
Eigenlijk mag deze witte lijn op de kaart het predicaat weg niet dragen. Over deze ongeasfalteerde weg van 400 km rijden vele motorrijders, terreinwagens en vrachtwagens hun frame, wielophanging en schokbrekers volledig de vernieling in. De weg bestaat deels uit mul zand, deels uit hard zand met diepe kuilen, deels uit klein grind, deels uit groot grind en deels uit rotsachtige stukken. Maar het allerergste en langste en meest energieslurpende deel is het gedeelte dat bestaat uit wat ze in het Engels ”corregation” noemen (soort wasbord). Hier gaat alles aan ten gronde als je de verleiding van snelheid niet kunt weerstaan. Langzaam aan was dus het devies. Niet harder dan 25km per uur, regelmatig de schokbrekers laten afkoelen en wachten in een woestijnachtige setting waar de temperatuur tot 40 steeg.  Allebei meer dan 6 liter watergedronken en nauwelijks geplast. Aan het einde van de dag was duidelijk dat we ons doel van die dag, Marsabit, 260km van de grens, niet zouden halen. We konden in een hut veertig km voor Marsabit neerstrijken. Hiervoor reed ik nog even met mijn motor op een rots die onder het stuifzand verborgen zat. Gelukkig viel ik nu op de rechter kant zodat mijn motor nu een meer symmetrisch aspect heeft. Die avond sliepen we heerlijk in ons ranzige hutje.
De hoop dat het tweede gedeelte van de weg, die door een steeds groener gedeelte van het land loopt, van betere kwaliteit was, was al snel vervlogen. Aan dezelfde ellende waar we de dag ervoor mee geworsteld hadden, leek geen einde te komen. Maar aan het einde van de middag bereikten we het plaatsje, Merille, waar dit gedrocht van een weg overgaat in een werkelijk perfect stukje asfalt. Jammer dat Matijn nog even in alle vermoeidheid (want moe waren we!) in de kilometer voor deze overgang nog even van zijn ezeltje werd gegooid. Gelukkig zonder consequenties voor ezel en berijder.
Een half uur voor zonsondergang hadden we nog 140km voor de boeg. Hierbij hebben we het principe om ’s avonds niet te rijden, voor eenmaal gebroken. De weg was van perfect asfalt, aan weerszijden was de hoge begroeiing voor zeker 30meter verwijderd, wat kon er misgaan? Waarom dat principe een vrij goed principe was, werd al snel duidelijk toen er enkele tiktiks met hoge snelheid en zonder richting de weg op kwamen lopen, er een jakhals op de lekker warme weg zat, er vele vogels opstoven op het moment dat we aankwamen en vele mensen deze weg zagen als een soort sociale ontmoetingsplaats. Later in het hotel Gadissa (opgezet door een Nederlands echtpaar, dat de zaak verkocht heeft en aan de overkant van de weg een school voor verstandelijke en/of  lichamelijk gehandicapte kinderen runt) hoorden we dat een vriend van het echtpaar in dit explosieve gebied van stammenstrijden, zijn leven nog net kon redden maar bij thuiskomst wel 17 kogelgaten in zijn auto telde, het kogelgat in de schouder van zijn bijrijder daarbij meegerekend. Hier hebben we in de 36 uur die we in deze oase van rust hebben verbleven, niets van gemerkt.  De Deense gastvrouw heeft ons als haar eigen zonen (en enige gasten in het verblijf) bijgevoederd en verzorgd. Wat kan een goed bed, warme douch en goede maaltijd een mens goed doen!
Nu zijn we onderweg naar Nairobi met een tussenstop ergens in een lodge met zicht op mt Kenya (Afrika’s op een na hoogste berg, 5200m). In Nairobi mogen we slapen bij Eelco en Willemijn goede vrienden van  Luuk en Marije, waarvoor alvast dank! Hier zullen onze lastdiertjes, die zicht fantastisch hebben gehouden, een opfrisbeurt krijgen en nieuwe hoefijzertjes bij Jungle Junction, de BMW expert van Oost Afrika.
Draait het water boven de evenaar echt in tegengestelde richting als onder de evenaar? Zijn onze motoren echt relatief ongeschonden uit de strijd tot nu toe gekomen? Is Nairobi echt zo gevaarlijk als wordt beweerd?
Lees het in ons volgende verslag!
Uw verslaggevers ter plaatse.

1 opmerking:

Christel zei

Wat knap dat jullie er steeds in slagen een verslag met plaatjes op het web te krijgen. Prachtige foto's. Wat is het toch mooi in Afrika.
Goede reis verder vanuit Down Under (ik heb zo het idee dat ik het antwoord op het water in het afvoer putje weet..) Christel