Gereden afstand: 10.000km
Aantal bekeuringen: 2
Schade: knipperlichten Martijn. Maar nu helaas ook, zijn achterspatbord, het frame en de dynamo.
Bezochte landen: 13
Goedemorgen! Martijn en ik zitten nu in een internet cafe in Gonder, Ethiopie, een slordige 200km van de Sudanese grens. We zijn in afwachting van de reparaties aan het ezeltje van Martijn en als het goed is, is de zaak over een uur geregeld. Zaken doen hier is een ondoorzichtig gebeuren, maar we hebben goede hoop.
Karthoum, Sudan, dus. Nadat we het luxe hotel verlaten hadden, zijn we nog even naar de plaats gereden waar de Blauwe Nijl (waar overigens weinig blauws aan te ontdekken viel) en de Witte Nijl (waar, je raad het al, ook weinig wits aan te ondekken was) samen kwamen. Blijkbaar is dit nog steeds een groot staatsgeheim, want de brug vanwaar dat goed zichtbaar is, werd bewaakt door een kerel met een machinemitrailleur en een gezicht op onweer. Geen foto's dus.
Langzaam aan lieten we de stad achter ons en werd het verkeer minder druk en chaotisch. Ook nam de begroeiing langs de weg toe en leek het vlakke landschap meer op savanne dan op woestijn. Ook de temperatuur steeg nu naar waarden ver boven de 30 graden. Onze doorwaaipakken stonden helemaal open, maar echte verkoeling bleef helaas uit.
Zoals bijna elke dag, deden we die maandag weer inkopen om ons potje te koken. We reden een willekeurig dorpje langs de weg is en na enige misverstanden was duidelijk dat we opzoek waren naar een markt. Die hadden ze in dit stoffige dorpje niet, echter wel een supermarkt. Mooi dus. Een jochie sprong bij ons achterop en wees ons de weg naar de winkel Deze winkel was een donker hol waar een zeer vriendelijke eigenaar ons, onder het toeziend oog van tenminste 40 bewoners, voorzag van de ingredienten die avond. De bestelling was een soort tekenspelletje waarbij hij moest raden wat wij getekend hadden. Hij had bijna alles goed. Na een uitnodiging van de dorpsoudste vriendelijk te hebben afgeslagen, stonden onze tentjes die avond onder een aantal acasia bomen.
De ochtend werden we weer uitgenodigd door een aantal boeren om even een kop tsaj te drinken. Inmiddels een beetje gastvrijheidmoe, hebben we met de vriendelijke en gastvrije bevolking weer de beleefdheden uitgewisseld en begaven we ons richting Ethiopische grens, die we aan het einde van de middag zouden bereiken. De wegen in Sudan zijn echt prima, soms echter bevind er zich een pothole in de weg. In een van die potholes kwamen we er achter dat Martijn zijn vering toch wat aan de slappe kant had staan, toen de veer van de achtervork voor zijn gevoel door het zadel heen gekomen was (figuurlijk). Hij heeft daar wel zijn spatbord achtergelaten dat naar de spreekwoordelijke Gallemiezen was. Na een telefoontje met ons technisch steunpunt Peter, was de zaak weer op orde.
Onderweg richting Gaderef, naarmate de grond begroeider raakte, zagen we steeds meer kuddes koeien. Vele van het dode soort lagen langs de kant van de weg. Als je zag hoe onverbiddelijk de meeste vrachtwagen en bussen rechtdoor gingen, was het niet waarschijnlijk dat deze beesten aan uitputting bezweken waren. Ik heb hier ook mijn eerste slachtoffers gemaakt. Een tweetal zeer kleurrijkevogels (mogelijk van het beschermde soort, sorrie) lagen na een aanvlieging met mijn windscherm net iets minder dood dan de verschillende koeien, aan de kant van de weg. Als dierenvriend heb ik ze maar even in de berm gelegd om bij te komen (of echt dood te gaan), om hiermee mijn geweten te sussen.
Twee uur voor het sluiten van de grens kwamen we aan bij de grensovergang Sudan-Ethiopie. De bureaucratie lijkt af te nemen naarmate we verder van Egypte verwijderd raken. Na in bijna twee uur onze exitstempel en -fee betaald te hebben, konden we ons net een kwartier voor het sluiten van het Ethiopische deel nog melden bij de Ethiopische immigratie en douane in Metema. De procedure bij de immigratie ging als de gesmeerde bliksem, maar de man bij de douane had er nog minder zin in dan wij. Na ons enkele malen op het feit te wijzen dat hij aan het overwerken was en dat hij daarvoor niet betaald kreeg en dat hij de procedure (deels) morgen zou doen, kon Martijn de kracht nog opbrengen om een charme offensief in te zetten. En met resultaat (en zonder betaling!). We moesten wel beloven dat we in verband met het risico op struikrovers na zonsondergang, in het grensdorpje zouden blijven. Die belofte was makkelijk gemaakt en we mochten onze tent op het kiezelige douane terrein naast de generator opzetten. We hebben vriendelijk bedankt en die nacht sliepen we in een klein hotelletje.
Hoe anders is Ethiopie vergeleken met Sudan! De mensen en met name de vrouwen, zijn luchtig gekleed, het landschap is groener en heuvelachtig (met fantastische haarspeldbochten) en een biertje behoort ook weer tot de mogelijkheden. Als een ware koning reden we al zwaaiend naar ons verblijf bij Tim&Kim. Het zwaaien had in enkele gevallen ook een functie van zelfbescherming, omdat zwaaiende kinderen niet met stenen kunnen gooien. We zijn gelukkig steeninslagvrij gebleven.
Tim&Kim village, wordt sinds vier-en-een-half jaar gerund door het Nederlandse stel dat hun naam aan deze stichting heeft verbonden. Het is een eenvoudig en mooi resort, met huisjes en een kampingplaats aan de noordzijde van het Tana meer dat ook een bijdrage levert aan de lokale ontwikkeling. Hier hebben we twee dagen in ons vertrouwde tentje geslapen en genoten van de Hollandse gezelligheid en de kookkunsten van Kim. Hier hebben we heerlijk een dag rust genomen en de geplande route maar eens heroverwogen. Met de kennis van de sympatieke Bob, een jongen die er stage loopt en die de reis enige tijd geleden samen met zijn vader heeft ondernomen, lijkt Kaapstad nog zeer wel mogelijk. We moeten echter Mozambique, Malawi en Swaziland zeer waarschijnlijk overslaan om half maart in Cape Agulhas aan te komen. Het is wat het is.
Gisteren na het afscheid van deze rustplaats, ondervonden we technische problemen met de motor van Martijn. Met geen mogelijkheid wilde de motor, na een korte stop op weg naar Gonder, starten. Gelukkig konden we de machine na het aanslepen achter mijn motor, lopend krijgen en voor nader onderzoek naar Gonder (60km van Tim&Kim) brengen. Hier bleek tevens dat het blok bij het ophangpunt van het achterframe volledig afgebroken (mogelijk na het passeren van een van de bovenbeschreven potholes). Met technische bijstand van Peter in Nederland en een lokale garagist (the best in town?!), wordt de zaak gerepareerd. Als het goed is, is de motor nu klaar. We zullen het zo zien.
Zaken doen hier is een heel ondoorzichtig gebeuren. Bij onderhandelingen over de prijs in het bijzijn van vele medewerkers hun familie en/of vrienden (hun start inzet 900usd die we na alle onderhandelingstechnieken uit de kast te hebben gehaald konden terugbrengen tot 375usd), is niet duidelijk wie er nou precies over deze zaak gaat, waarop de prijs nu precies is gebaseerd en wanneer het nu eigenlijk klaar is.
Vergeet ik bijna te vertellen dat Gonder een leuk plaatsje is op 2400m, met een centrum met zes kastelen uit de 17e, 18e en 19e eeuw. Het terrein van 7 hectare staat reeds sinds 1979 op de Unesco World Heritage lijst. We hebben gisteren een rondleiding gekregen en waren behoorlijk onder de indruk. Foto's volgen.
Zijn de kwaliteiten van onze garagisten echt zo goed als ze zelf zeggen? Lees het in ons volgende verslag!
We gaan naar ons ezeltje,
Uw verslaggevers ter plaatse