zondag 29 januari 2012

Sudan en Ethiopie, week 8



Gereden afstand: 10.000km

Aantal bekeuringen: 2

Schade: knipperlichten Martijn. Maar nu helaas ook, zijn achterspatbord, het frame en de dynamo.

Bezochte landen: 13

Goedemorgen! Martijn en ik zitten nu in een internet cafe in Gonder, Ethiopie, een slordige 200km van de Sudanese grens. We zijn in afwachting van de reparaties aan het ezeltje van Martijn en als het goed is, is de zaak over een uur geregeld. Zaken doen hier is een ondoorzichtig gebeuren, maar we hebben goede hoop.

Karthoum, Sudan, dus. Nadat we het luxe hotel verlaten hadden, zijn we nog even naar de plaats gereden waar de Blauwe Nijl (waar overigens weinig blauws aan te ontdekken viel) en de Witte Nijl (waar, je raad het al, ook weinig wits aan te ondekken was) samen kwamen. Blijkbaar is dit nog steeds een groot staatsgeheim, want de brug vanwaar dat goed zichtbaar is, werd bewaakt door een kerel met een machinemitrailleur en een gezicht op onweer. Geen foto's dus.
Langzaam aan lieten we de stad achter ons en werd het verkeer minder druk en chaotisch. Ook nam de begroeiing langs de weg toe en leek het vlakke landschap meer op savanne dan op woestijn. Ook de temperatuur steeg nu naar waarden ver boven de 30 graden. Onze doorwaaipakken stonden helemaal open, maar echte verkoeling bleef helaas uit.
Zoals bijna elke dag, deden we die maandag weer inkopen om ons potje te koken. We reden een willekeurig dorpje langs de weg is en na enige misverstanden was duidelijk dat we opzoek waren naar een markt. Die hadden ze in dit stoffige dorpje niet, echter wel een supermarkt. Mooi dus. Een jochie sprong bij ons achterop en wees ons de weg naar de winkel Deze winkel was een donker hol waar een zeer vriendelijke eigenaar ons, onder het toeziend oog van tenminste 40 bewoners, voorzag van de ingredienten die avond. De bestelling was een soort tekenspelletje waarbij hij moest raden wat wij getekend hadden. Hij had bijna alles goed. Na een uitnodiging van de dorpsoudste vriendelijk te hebben afgeslagen, stonden onze tentjes die avond onder een aantal acasia bomen.
De ochtend werden we weer uitgenodigd door een aantal boeren om even een kop tsaj te drinken. Inmiddels een beetje gastvrijheidmoe, hebben we met de vriendelijke en gastvrije bevolking weer de beleefdheden uitgewisseld en begaven we ons richting Ethiopische grens, die we aan het einde van de middag zouden bereiken. De wegen in Sudan zijn echt prima, soms echter bevind er zich een pothole in de weg. In een van die potholes kwamen we er achter dat Martijn zijn vering toch wat aan de slappe kant had staan, toen de veer van de achtervork voor zijn gevoel door het zadel heen gekomen was (figuurlijk). Hij heeft daar wel zijn spatbord achtergelaten dat naar de spreekwoordelijke Gallemiezen was. Na een telefoontje met ons technisch steunpunt Peter, was de zaak weer op orde.
Onderweg richting Gaderef, naarmate de grond begroeider raakte, zagen we steeds meer kuddes koeien. Vele van het dode soort lagen langs de kant van de weg. Als je zag hoe onverbiddelijk de meeste vrachtwagen en bussen rechtdoor gingen, was het niet waarschijnlijk dat deze beesten aan uitputting bezweken waren. Ik heb hier ook mijn eerste slachtoffers gemaakt. Een tweetal zeer kleurrijkevogels (mogelijk van het beschermde soort, sorrie) lagen na een aanvlieging met mijn windscherm net iets minder dood dan de verschillende koeien, aan de kant van de weg. Als dierenvriend heb ik ze maar even in de berm gelegd om bij te komen (of echt dood te gaan), om hiermee mijn geweten te sussen.
Twee uur voor het sluiten van de grens kwamen we aan bij de grensovergang Sudan-Ethiopie. De bureaucratie lijkt af te nemen naarmate we verder van Egypte verwijderd raken. Na in bijna twee uur onze exitstempel en -fee betaald te hebben, konden we ons net een kwartier voor het sluiten van het Ethiopische deel nog melden bij de Ethiopische immigratie en douane in Metema. De procedure bij de immigratie ging als de gesmeerde bliksem, maar de man bij de douane had er nog minder zin in dan wij. Na ons enkele malen op het feit te wijzen dat hij aan het overwerken was en dat hij daarvoor niet betaald kreeg en dat hij de procedure (deels) morgen zou doen, kon Martijn de kracht nog opbrengen om een charme offensief in te zetten. En met resultaat (en zonder betaling!). We moesten wel beloven dat we in verband met het risico op struikrovers na zonsondergang, in het grensdorpje zouden blijven. Die belofte was makkelijk gemaakt en we mochten onze tent op het kiezelige douane terrein naast de generator opzetten. We hebben vriendelijk bedankt en die nacht sliepen we in een klein hotelletje.
Hoe anders is Ethiopie vergeleken met Sudan! De mensen en met name de vrouwen, zijn luchtig gekleed, het landschap is groener en heuvelachtig (met fantastische haarspeldbochten) en een biertje behoort ook weer tot de mogelijkheden. Als een ware koning reden we al zwaaiend naar ons verblijf bij Tim&Kim. Het zwaaien had in enkele gevallen ook een functie van zelfbescherming, omdat zwaaiende kinderen niet met stenen kunnen gooien. We zijn gelukkig steeninslagvrij gebleven.
Tim&Kim village, wordt sinds vier-en-een-half jaar gerund door het Nederlandse stel dat hun naam aan deze stichting heeft verbonden. Het is een eenvoudig en mooi resort, met huisjes en een kampingplaats aan de noordzijde van het Tana meer dat ook een bijdrage levert aan de lokale ontwikkeling. Hier hebben we twee dagen in ons vertrouwde tentje geslapen en genoten van de Hollandse gezelligheid en de kookkunsten van Kim. Hier hebben we heerlijk een dag rust genomen en de geplande route maar eens heroverwogen. Met de kennis van de sympatieke Bob, een jongen die er stage loopt en die de reis enige tijd geleden samen met zijn vader heeft ondernomen, lijkt Kaapstad nog zeer wel mogelijk. We moeten echter Mozambique, Malawi en Swaziland zeer waarschijnlijk overslaan om half maart in Cape Agulhas aan te komen. Het is wat het is.
Gisteren na het afscheid van deze rustplaats, ondervonden we technische problemen met de motor van Martijn. Met geen mogelijkheid wilde de motor, na een korte stop op weg naar Gonder, starten. Gelukkig konden we de machine na het aanslepen achter mijn motor, lopend krijgen en voor nader onderzoek naar Gonder (60km van Tim&Kim) brengen. Hier bleek tevens dat het blok bij het ophangpunt van het achterframe volledig afgebroken (mogelijk na het passeren van een van de bovenbeschreven potholes). Met technische bijstand van Peter in Nederland en een lokale garagist (the best in town?!), wordt de zaak gerepareerd. Als het goed is, is de motor nu klaar. We zullen het zo zien.
Zaken doen hier is een heel ondoorzichtig gebeuren. Bij onderhandelingen over de prijs in het bijzijn van vele medewerkers hun familie en/of vrienden (hun start inzet 900usd die we na alle onderhandelingstechnieken uit de kast te hebben gehaald konden terugbrengen tot 375usd), is niet duidelijk wie er nou precies over deze zaak gaat, waarop de prijs nu precies is gebaseerd en wanneer het nu eigenlijk klaar is.
Vergeet ik bijna te vertellen dat Gonder een leuk plaatsje is op 2400m, met een centrum met zes kastelen uit de 17e, 18e en 19e eeuw. Het terrein van 7 hectare staat reeds sinds 1979 op de Unesco World Heritage lijst. We hebben gisteren een rondleiding gekregen en waren behoorlijk onder de indruk. Foto's volgen.

Zijn de kwaliteiten van onze garagisten echt zo goed als ze zelf zeggen? Lees het in ons volgende verslag!

We gaan naar ons ezeltje,

Uw verslaggevers ter plaatse

Ethiopie - Part 1

Koffie Ceremonie in Metema Ethiopie

Het landschap veranderd snel en is indrukwekkend

In ieder dorp (en dat zijn er best een boel) worden we heel hartelijk ontvangen met zwaaiende kinderen. Als 'royals' zwaaiend door Ethiopie.

Een dorp.

Pas op voor overstekend vee.

Indrukwekkend landschap. Werkelijk prachtig.

Grote bomen, hebben veel vee.





Gravel roads.

Kamperen bij Tim & Kim Village. http://www.timkimvillage.com

Uitzicht op Lake Tana, vanuit Tim & Kim village.



Fasilides Castle, Gondor (http://en.wikipedia.org/wiki/Gondar)


Gondar Shopping

Debre Berhan Selassie Church

Debre Berhan Selassie Church

Debre Berhan Selassie Church

Debre Berhan Selassie Church

Wederom hulplijn Peter ingeschakeld. De motor van Martijn start niet meer en het motorblok is afgebroken. Inmiddels bij een lokale monteur.

Sudan - The end

Tja, probeer zomaar eens weg te lopen en een kop koffie te drinken.

Toch gelukt, koffie. Dit is een van de stamgasten.

Nabij Karima, Jebel Barkal (http://en.wikipedia.org/wiki/Jebel_Barkal)
Geen touristen. Front door parking en gratis. Erg fijn. Later kwam wij spontaan Wim en Annelies weer tegen hier. Een leuke verassing.

Jebel Barkal

Koffie drinken bij de lokale bevolking. Uiteraard moesten we ook ontbijten. Ondanks dat we dit zelf al hadden gedaan. Wat is Sudaan ongeloofelijk gastvrij.

Zoals het bord zegt. (http://en.wikipedia.org/wiki/Meroe)

Meroe

Meroe

Meroe

Meroe

Meroe

Onderweg koffie drinken en gelijk wat schroefjes en draad halen voor mijn nummerbord en knipperlichten.

De lokale Praxis

Langzaam veranderend landschap. Meer begroeing minder zand. Ethiopie here we come.

maandag 23 januari 2012

Egypte en Sudan, week 6 en 7

Gereden afstand: 9100km
Bezochte landen: 12
Schade: Enkele krassen, knipperlichten Martijn hangen op half zeven, oorzaak onduidelijk.

Goedemorgen! Omdat het internet café gesloten is, zit ik  achter de computer bij de receptie van het Regency Hotel in Kharthoum waar ik de lotgevallen van de afgelopen twee weken zal optekenen. Gisteren hebben we besloten, na dagen van kamperen, dat we recht hadden op warm water om ons zanderige lijf eens goed te wassen. Dus zijn we neergestreken in een hotel waarvan we zeker wisten dat ze het hadden.  Af en toe moet je jezelf trakteren. Dat gaat in dit land trouwens niet met een koud biertje omdat de Sharia (Islamitisch recht) hier nog steeds van kracht is. Op het bezit van alcohol staat de straf van 40 stokslagen.
De woestijn dus. Nadat we ons felbegeerde Sudanese visum in Cairo hadden opgehaald, begon de rit door de Western Desert. Er waren geen zorgen meer over grensovergangen, douane of politie, want alles was in kannen en kruiken.
Voordat we Cairo en Giza uit waren duurde wel even een poosje omdat het verkeer (as usual) helemaal vast stond. We waren inmiddels aardig ingeburgerd en toeterden met iedereen lekker mee (hint voor KNMV: Voortgezette rijopleiding City Survival). Niet dat het iets hielp, maar het gevoel was goed. Langzaaam aan werde de omgeving minder stads en steeds droger. Eenmaal op de Western Desert road bleek dat het laatse benzine station, slechts diesel verkocht. Omdat we veel auto’s zagen rijdenen en  onze GPS een benzine station vermeldde na 50km, waagden we met een half volle tank de gok. Toen we op de aangegeven lokatie aankwamen, was er geen pomp te bekennen. Wel een rafinaderij. Het personeel bij de poort vertelde ons in eerste instantie, dat er geen benzine was en dat we 100km terug moesten. Na enige aandringen werd er gebeld en konden we na afgave van onze paspoorten, onze tank voor 25 euro cent per liter volgooien. Onze tijgertjes drinken het spul met oktaangetal 90, als was het benzine.
In de dagen die hierop volgden, hebben zijn we door de Western Desert van Cairo naar Luxor gereden. Hierbij wisselden zandduinen, rotspartijen en oasen elkaar in dit gortdroge landschap af. Het desolate landschap was werkelijk indrukwekkend.
Die oasen zijn toch een heel merkwaardig fenomeen, precies als je ze voorstelt: palmbomen, water en een enkele nederzetting in een schieroneindig desolaat landschap. Een niet onbelangrijk detail is dat het het er ‘s nachts flink kan afkoelen. Temperaturen van circa 20 graden in de winter kunnen zomaar zakken tot -5 graden ‘s nachts. We hebben het aan Jelmer en Willemijn te danken dat we niet ingevroren zijn. Bedankt!
Als de zon een handbreedte boven de horizon stond (circa anderhalf uur voor zonsondergang), startten we ons camping ritueel op. Dit is in de loop van de afgelopen weken steeds verfijnder en efficienter geworden. Tent opzetten, luchtbed opblazen, slaapzak uitrollen, eten maken en afwassen. Dit alles in anderhalf uur. Niet slecht, he?
Dit betekent overigens niet dat we niet buiten de deur eten. Een aardig voorval vond plaats in de buurt van Bawiti waar we met een knorrende maag op zoek waren naar een lunchadres. Bij navraag werden we verwezen naar een populair restaurant. Daar aangekomen, bleek het hele restaurant (wat al een heel volwassen benaming was voor deze uitspanning), leeg. Later bleek de naam van de plek “a popular restaurant” te zijn. Slimme jongens die Egyptenaren .
Na in 4 dagen de circa 1000km door de woestijn te hebben afgelegd, kwamen we een KTM met daarop een Duitser en zijn vrouw tegen. Zij waren de eerste overlander die we op het Afrikaanse continent tegen kwamen. De mededeling waarmee zij kwamen, nl. dat de boot voor voertuigen over lake Nasser van Aswan (Egypte) naar Wadi Halfa (Sudan) er al 4 weken uit lag vanwege technische storingen van een graafmachine die er opstond en die er dus niet meer af kon. Let wel, dit is de enige grensovergang tussen beide landen! Deze mededeling deed het moraal voor enige tijd geen goed. Weer weken wachten konden we er niet bij hebben. Maar goed, we hadden geen andere optie en we zouden wel zien hoe de vlag er in Aswan bij stond.
Via een tussenstop in Luxor waar we de temple van Luxor en het restaurant met de Gouden Bogen hadden aangedaan, begaven we ons (enige tijd geescorteerd door de hotelmanager van Hotel Nefertiti) door de woestijn naar Aswan. Hier streken we neer op een campingplaats voor overlanders 10 km ten noorden van Aswan. Hier ontmoeten we o.a. Wim en Annelies, een Nederlands stel in een 4X4 camper dat net als wij onderweg was naar Cape Agulhas, Zuid Afrika.
Gelukkig waren de goden ons goed gezind. De ferry, of beter gezegd het vlot, waarop onze voertuigen naar Sudan gevaren warden, was weer in de vaart. Na afhandeling van de formaliteiten (formulieren, stempels, had ik al gezegd stempels? en betaling van tientallen dollars) konden onze pakezeltjes tussen de terreinwagens en vrachtwagens geparkeerd worden op een vlot dat waarschijnlijk nog uit de tijd van de Egyptische farao’s stamde. Het plan bij het plaatsen van de voertuigen was, dat er geen plan was. Maar ze stonden er na een halve dag met bloed, zweet en tranen op en daar ging het om tenslotte!
Na een dagje Aswan waar ik nog even en passant twee maal gerold werd (eenmaal succesvol waarbij mijn Iphone werd buitgemaakt), konden we vorige week zondag onze reis per passagiers ferry naar Sudan voortzetten. Bij het aanvangen van de reis van 17 uur over het stuwmeer van Nasser, zagen we dat het vlot met voertuigen, na 48 uur beladen in het haven gelegen te hebben, eindelijk wegvoer. De trip zou drie dagen duren omdat de boot die het vlot trok, niet was uitgerust met radar en dus ‘s nachts niet kon varen. Maar dat boeide ons niet, we hoefden in ieder geval niet weken te wachten!
We brachten de nacht door op het dek van de passagiersferry waar de ervaren reizigers hun territorium hadden afgebakend met baggage en dozen zoals op Konninginnedag in Amsterdam of Utrecht. Wij konden na enige onderhandelingen met de kapitein naast de stuurhut ons matras en slaapzak uitrollen. Wat hebben we fantastisch geslapen onder de sterrenhemel van Egypte! Benedendeks leek het net op een scene uit Pirates of the Caribean, ranzige hutten, ranzige toiletten en (vriendelijke!) mensen die een beetje rond hingen.
Eenmaal in het slaperige dorpje Wadi Halfa aangekomen, was het wachten op onze motoren. Hier zijn we veel met Wim en Annelies , Rob en Esther, enkele duitsers en het Red Bull paragliding team opgetrokken. De laatste groep bestond uit enkele wereld/europees kampioenen paragliding begeleid door een professionele filmcrew, die zich ten doel gesteld had om naar Zuid Afrika te reizen en in elk land mooie stunts te doen. Goed gezelschap.
Nadat we onze tijgertjes in onze armen konden sluiten, zijn we de volgende dag langs de Nijl richting Khartoum vertrokken. Hierbij valt op dat de groenstrook langs deze langste rivier ter wereld een stukje smaller was dan in Egypte. Samen met Rob en Esther besloten we te kamperen langs de oevers van de Nijl. Nadat ik tweemaal met de landcruiser uit het mulle zand ben getrokken en Martijn zijn knie nog even goed verdraaid had na een val in het mulle zand, sloegen we ons kamp op langs een stroomversnelling. Tentje, kampvuur, een op vuur bereide maaltijd en een goede fles wijn (meegesmokkeld door Rob en Ester) maakte dag af.
De volgende dag scheidden onze wegen en zijn we in twee dagen richting Khartoum gereden. Onderweg hebben we een tweetal Unesco World Heritage sites bezocht: piramides uit de 18e dynastie in Jebal Barkal en de black piramides van de Meroeische koningen in Begrawiya. Op beide site was geen kip te bekenen, sterker nog we konden onze motoren direct tegen deze 3000 jaar oude piramiden neerzetten als we wilden. Duidelijk is wel dat het koesteren van de vaderlandse geschiedenis geen top prioriteit was.
Vooraf waren we enigszins reserveerd over Sudan. Berichten over Darfur waar het regeringsleger samen met de Janjaweed verantwoordelijk wordt gehouden voor de genocide op tenminste 200.000 mensen (en mogelijk 1 miljoen mensen meer), en nu de kwestie Zuid Soedan dat zich na een referendum heeft afgesplits van het Noorden, stroken helemaal niet met de vriendelijkheid waarmee wij overal worden  ontvangen. Elke dag worden we wel uitgenodigd voor een kop Shai (thee) of eten, en dit in tegenstelling tot Egypte, zonder bedoeling om uiteindelijk toch geld aan je te verdienen. Misschien behoren ze daarom nog steeds tot een van de armste landen van Afrika. Sudanezen kennen Nederland overigens van zijn melk(poeder) en niet zoals in de rest van de wereld van het liberale prostitutie- en softdrugsbeleid. De referentie is dus duidelijk anders.
Niet alleen de mensen worden warmer, ook het weer. Inmiddels staan de ritsen in onze doorwaaipakken wagenwijd open. Over de door China aangelegde wegen, dat een flink vinger in de kwetbare Sudanese economische pap heeft, is het dan heerlijk cruisen. Straks begeven we ons weer met een muziekje op (Rob nog bedankt voor je MP3 bestanden op mijn Garmin, na de diefstal van mijn Iphone) richting Ethiopie, waar we over een dag of twee waarschijnlijk zullen belanden.
We gaan onze pakezeltjes maar eens beladen,
Zijn de Ethiopiers net zo opdringerig nieuwsgierig als ons van te voren is verteld.............jullie zullen het snel horen.
We hopen weer ook van jullie wat te vernemen!

Uw verslaggevers ter plaatse.

Foto's Egypte / Sudan (Part 3)

Aankomst in Wadi Halfa (Sudan)

Aankomst in Wadi Halfa (Sudan)

Onze was is in goede handen

Ieder ochtend drinkt het hele dorp Thee of Koffie en eet Zalapia.

Zalapia in de maak. Zijn net Oliebollen.

Heel veel Ezelkarren. Ook op de 'snelweg'.

Muurvast in het zand. Hulp was er Rob (en Esther). Die overigen de meest culinaire overlanders zijn die wij kennen. Het eten was heerlijk!

Aan aandacht geen gebrek. Hier de locale hangjongeren.

Kamelen caravan in Sudan

Maar natuurlijk wil ik even op je kameel letten.

Een willekeurig dorp langs de route, een van de velen.

Ayso in actie!