woensdag 29 februari 2012

Nairobi, Tanzania en Zambia, week 11 en 12.


Bezochte landen: 16

Gereden kilometres:  circa 16.000km 

Schade: Zoals eerder genoemd. GPS van Ayso heeft het om onduidelijke redenen begeven. Zeker 10 maal een lekke band.

Bekeuringen:  Zoals eerder genoemd. Echter, na met lasergun geklokt te zijn op 57 waar 30 was toegestaan (werkelijk nergens stond overigens een bord) nabij Mbeya, Tanzania,  hebben we onder een bekeuring uit kunnen komen door te zeggen dat we slechts Mastercard hadden (wordt ongeveer nergens in Afrika geaccepteerd) en geen contant geld.

Goedemorgen! Ik heb zojuist een laptop kunnen lenen van Tjisse (geboren te Buitenpost), de eigenaar van de Livingstone Safari Lodge in Livingstone, Zambia, en hiermee zal ik de lotgevallen van de afgelopen twee weken beschrijven. Ik zit hier met een kop heerlijke koffie naast me aan een tafel onder de grote rieten kap van de receptie/bar/restaurant starend naar een groot leeg scherm voor me, dat zich vandaag maar moeilijk met letters laat vullen. Maar ik ga maar gewoon beginnen.

Na de evenaar overgestoken te zijn, hebben we de avond kamperend doorgebracht in een mooi resort (Naro Moru river lodge)op de hellingen van mt. Kenya (5199m). Overigens, opvallend aan de het bord waarmee de exacte locatie van de evenaar werd aangegeven was dat deze niet overeenkwam met de locatie van de evenaar volgens onze GPS, maar, gek genoeg, wel met die van de ingang van de weg naar de toeristische winkeltjes. Een proef op de som wat de draaiing van het water betreft was derhalve niet mogelijk.
De volgende ochtend begaven we ons met de zeer gedetailleerde en duidelijke instructies van Willemijn op zak,richting Nairobi. Tergend langzaam bewogen we onze motoren die vochten tegen oververhitting, door het verkeer van deze grote Afrikaanse stad. Vanwege de bouw van de nieuwe rondweg stond Thika road nagenoeg helemaal vast. Hierdoor liepen we de afspraak met Patti mis. We besloten om op deze vrijdagmiddag eerst nog even te kijken of Jungle Junction gelegenheid kon vinden om onze motoren, die er inmiddels ruim 12.000km op hadden zitten, een onderhoudsbeurt te geven. Jungle Junction is het knooppunt voor overlanders in Nairobi. Het wordt gerund door het aparte heerschap Chris Handschuhe, die ooit door BMW Duitsland samen met honderden BMW motoren voor de Keniaanse politie naar het land is gestuurd om het onderhoud van deze machines te verzorgen.
 Maandag zouden we de eersten zijn. Enigszins teleurgesteld over het feit dat we de komende dagen in Nairobi zouden moeten spenderen melden we ons bij het appartement van Eelco en Willemijn aan de Acacia Court, waar we hartelijk werden verwelkomd door Agnes ( de nanny) en schoonmaakster en later door Willemijn en Eelco zelf. Direct na aankomst werd onze kleding, die het predicaat chemisch afval niet misstond, gewassen en zelfs gestreken. Wat een luxe! Zelfs de banden die we achterop meehadden, werden gepoetst.
In de vijf dagen die we in het groene (!) Nairobi verbleven, heeft het zijn bekende bijnaam, Nairobbery, geenszins waargemaakt. Integendeel. We hebben de gastvrijheid van Willemijn, Eelco en hun zoon Quinten, als een warm bad ervaren. Heerlijk exquis gelunched met andere expats in de Talisman, meubels uitzoeken bij de Ikenia (meubelmakers langs de weg ), beetje hangen aan het zwembad, beetje lezen, beetje internetten. Het leven was daar zo gek nog niet.
Ook zijn we met Eelco en Julius (ook Nederlandse expat en woonachtig in hetzelfde complex) op safari geweest in Nairoibi Nationaal Park. Twintig minuutjes rijden van het huis, stonden we met de nieuwe auto van Eelco in het park dat bijna direct aan het stadcentrum grenst.  Onder de klanken van Walt Disney’s “Lion King” trok veel Afrikaans groot wild aan ons voorbij. Zo zagen we o.a.zebra’s, giraffen, buffels, gazelles, bavianen, vervet monkeys, een leeuw en een verdwaald nijlpaard en dit alles met de skyline van Nairobi op de achtergrond. De gin tonic na de kleine wandelsafari met een bewapende ranger maakte het helemaal af. Ons eerste grote wild op de reis konden we afvinken!
Een andere safari die ons nog lang zal bijblijven was die op zaterdag avond in “Gypsies” en “the Black Diamond”. Het uitgaanspubliek bestond uit locals, Indiers, Aziaten, expats en een heel international contingent aan prostitues. In een sfeer die je makkelijk als broeierig zou kunnen omschrijven, werd gedanst en gedronken. We raakten in gesprek met een Ugandese dame, die vrijuit sprak toen bleek dat we niet geinteresseerd waren in haar diensten. Ze vertelde dat ze hier voor business was (all kinds of business), en toen we haar vroegen wat haar markt was, ze wees op alle bezoekers: “this is my market”. Of ze nog zaken gedaan heeft weten we niet, wij hadden in ieder geval een fantastische avond gehad.
Terwijl Chris Handschuhe aan onze motoren aan het sleutelen was (dachten we), hebben we een bezoek gebracht aan The David Sheldrick Orphanage, een opvang voor wees-olifantjes. De illegale jacht op olifanten is nog steeds een groot probleem. Wanneer een moeder-olifant gedood wordt, zijn de overlevingskansen van haar telg nihil omdat de opvoeding niet door anderen uit de kudde overgenomen kan worden. In Nairobi is daarom een project opgezet om deze olifantjes te redden. Dit is een buitengewoon intensief maar succesvol programma waarbij deze Keniaanse olifantjes 24 uur per dag worden voorzien van een verzorger die hun in jaren klaarstoomt voor een terugkeer in de natuur. Elke ochtend om 11uur krijgen de jonge olifantjes de fles, wat werkelijk een vertederd gezicht is, de foto’s spreken denk ik voor zich.
Na een kleine vertraging van een dag konden we op Valentijnsdag onze frisgewassen en nieuw onderhouden tijgertjes ophalen. Omdat er toch enige zorgen waren over het subframe van Martijn zijn motor, was deze aan weerszijden voorzien van een extra framepje zodat de motor ook voor de volgende 10.000km voldoende stevigheid zou hebben. Het leek er nu op dat alles op de motor kon stuk gaan, behalve het subframe. Daarnaast werden de machines, na een uitgebreide controle, voorzien van nieuwe olie en remblokken. De koffers van Ayso’s motor werden uitgedeukt zodat de deksels weer goed sloten en deze weer waterdicht waren (en de kleren van Anke ook na een buitje zouden droog blijven). Helaas waren er geen banden aanwezig om onze lastdiertjes te verschoeien. We zouden wel een list verzinnen.
Op woensdagochtend 15 februari vertrokken we fris gewassen richting Tanzania. Op de weg naar Mombassa waar we daarna richting van de Kilimanjaro zouden inslaan, moesten we even stoppen vanwege twee overstekende giraffen. Wat een fantastisch gezicht is het om die beesten te zien lopen. Ze lijken te lopen alsof het vertraagd wordt afgespeeld.
De grensovergang Kenia-Tanzania, even te oosten van de Kilimanjaro ging buitengewoon soepel. In een uur waren we Kenia uit en Tanzania in. We hadden er zelfs nog 40USD bespaard. Het bleek dat we namelijk bij een verblijf van een week of langer, de Keniaanse overheid wegenbelasting verschuldigd waren. Wij vonden 20USD p.p. wel een fors  bedrag voor een wegennet dat zeker in het noorden meer weghad van een droge rivierbedding. Bovendien waren onze motoren 5 dagen in reparatie geweest (ondermeer vanwege het slechte wegennet) waardoor ze effectief minder dan een week op de weg waren geweest. Na enig onderhandelen met de douane beambte, hoefden we na het schrijven van een brief aan de overheid waarin we dit uiteenzetten, de verschuldigde 40USD niet te betalen. Dat was makkelijk verdiend.
Daarna begaven we ons over de hellingen met fantastische slingerende wegen met waanzinnige vergezichten, richting Moshi. Hier heb ik in 2001 een deel van mijn co-schappen gedaan in het Kilimanjaro Christian Medical Centre, bekend terrein dus.
Vlak voor zonsondergang streken we neer in Kilimankyaro, een mooie exclusieve lodge tussen de koffieplantages op de hellingen van de Kilimanjaro met uitzicht op de Kibo (de top van deze hoogste berg van Afrika, 5895m). Bij navraag bij de eigenaar mochten we ons tentje op het gras neerzetten en voor niets gebruik maken van het zwembad en andere faciliteiten. Helaas werd ik drie uur nadat ik mijn mandje ingegaan was wakker van geprik. Eerst op mijn onderarm, daarna op mijn rug. Nee, dat had ik niet gedroomd. Toch? Toen ik mijn zaklamp op de pijnlijke lichaamdelen scheen, liepen daar enkele mieren. Toen ik wat gekrioel bij mijn voeten voelde, en die richting opscheen, bleken daar, en ik overdrijf niet, duizenden mieren over mijn matras te lopen. Het rode matras was helemaal zwart van de mieren. Ik wist niet hoe snel ik mijn tent uit moest. Dit overigens tot grote hilariteit van de Masai bewakers, die er nog even aan toevoegden dat ze zelfs een olifant konden doden (op dat moment was ik niet he-le-maal zeker van of het een grap betrof of niet). Ze hebben me daarna fantastisch geholpen met de tent mier-vrij maken en het uitzoeken van een goed stukje gras zonder mieren. Met de tientallen gaten die er nu inzaten zal mijn tent niet meer waterdicht zijn. Jammer dat het regenseizoen in zuid Tanzania en Zambia net begonnen is.
De volgende dag was een walk down memory lane. Hoewel er in Moshi de afgelopen tien jaar wel het een en ander was bijgebouwd, waren de ijkpunten als de Coffee Shop (voor heerlijke koffie, verse sapjes en taart), de markt (passievruchten!), pub Alberto en de clock tower roundabout niet veranderd.
Ook de afdeling urologie, waar ik 4 maanden co-schappen gelopen heb, was niet heel wezenlijk veranderd. Een van de urologen, dr. Mwambo (Tanzaniaan, spreekt vloeiend Russisch omdat hij in Kiev opgeleid is als arts),heeft nog even een korte rondleiding over de afdeling gegeven. Dezelfde steriele lucht, dezelfde verpleegkundigen in voor-oorlogs ornaat, dezelfde afdeling radiologie en dezelfde kantine. Ik zou zo weer verder kunnen gaan waar ik was gebleven.
Ook het huis op de compound, de “Uptown Grocery” en het Indiase restaurant “El Rancho” (nr.88, de Murg Sagwhaala!) was totaal niet veranderd. Alleen Lema road, de weg waarlangs men reed om de grote hoeveelheid diepe kuilen in de weg te ontwijken, was voorzien van een zeer strak stukje asfalt. Schokkender was het nieuws niet.
’s Avonds hebben  we in Kilimankyaro een prima avond gehad met een Duits reis gezelschap dat we met onze verhalen voorzagen van een avondvullend programma. De meeste verhalen hadden we inmiddels zo vaak verteld dat we deze met een 1-2’tje zo afmaakten. Stiekem hadden we in de afgelopen 3 maanden best veel meegemaakt. Die avond zou Martijn te grazen worden door de mieren die niet alleen door zijn tentzijl heengevroten hadden, maar ook door zijn luchtbed.
Na Moshi begaven we ons richting Pangani, een kustplaats in het noordoosten van het land. De rit er naartoe bracht ons over de grote vlakten richting Dar es Salaam met links van ons de Usambara mountains en rechts uitgestrekte landbouwvelden met o.a. aloe vera kaktussen. De temperatuur bij het afdalen langs de hellingen steeg weer naar waarden niet heel ver van de veertig. De afslag de Usambara mountains in was daarom een welkome afwisseling. Hier reden we, staand op onze stepjes en niet meer bang voor de onverharde wegen en het mulle zand, door regenwoud en koffie plantages over wegen die niet veel westerlingen gezien hebben.
De lange weg naar het Peponi Beach Resort in Pangani werd beloond met een seafood platter op lokatie met garnalen, inktvis, vis en kreeft die zeer waarschijnlijk een uur daarvoor nog in de oceaan zwommen. En lekker was het! Na het luchtbed van Martijn geplakt te hebben na zijn ant-attack, vatten we met 35 graden en 100% luchtvochtigheid met zweet op onze rug de slaap in ons benauwde tentje. 
Op deze camping aan het witte strand met overhangende palmbomen, voegde Caity (een Amerikaanse die studeerde in Dar es Salaam en die we nog kenden uit Egypte) zich bij ons nadat ik haar van de bus had opgehaald uit Tanga. Dit overigens met de motor van Martijn, omdat mijn motor na het enthiousiaste gebruik over het gravel (zelfs een wheelie gemaakt!) twee lekke banden had. Goed gezelschap. In dit weekend zijn we met een dhow wezen zeilen op de zeer kalme Indisch oceaan en hebben we gesnorkeld in het kristal heldere water langs de riffen. Het was alsof je in het aquarium bij de plaatselijke chinees aan het zwemmen was: vissen met allerlei vormen en kleuren, zeesterrren en koraal. En dat in warm water. Heerlijk. Daarna geluncht op een zandeilandje dat we met vloed weer moesten verlaten omdat het onderwater weer verdween.
Na twee daagjes chillen in dit tropische oord, begaven we ons richting Dar es Salaam, waar David die werkzaam was voor de Amerikaanse ambassade ons thuis had uitgenodigd. In Kilimankyaro sprak hij ons aan en nodigde ons uit in zijn fraaie bewaakte en  van airconditioning voorziene huis. Linda, zijn vrouw, had een heerlijke maaltijd bereid en samen met zijn familie die over was uit Amerika, was het een erg gezellige avond. 
Vlak voor ons bezoek aldaar, maakten we iets mee wat we op het  Afrikaanse regen nog niet eerder hadden meegemaakt. Het regende. En niet zo’n  beetje ook. Deze regenbuien kondigen zich hier vele kilometers van te voren aan met zwarte luchten, donder en bliksem. Als je er door moet, kun je ervoor kiezen een regenpak aan te trekken, maar de regens zijn vaak zo hevig dat het water werkelijk overal doorheen gaat. Als de regens niet zo hevig zijn, dan ben je vaak zo klam van de transpiratie dat je net zo goed je pak niet aan had kunnen trekken. Er lijkt dan dus sprake van een verlies-verlies situatie waarbij de motorrijder aan het spreekwoordelijke kortste eind trekt.
De regens maakten wel dat we tijdens de tocht van Dar es Salaam naar Livingstone, waarbij we beide landen (Tanzania en Zambia) nagenoeg geheel doorkruisden onderweg naar onze vrouwen, door een zeer groen landschap reden. In de ruim 2200 zeer vermoeiende en lange kilometers die we in 5 dagen aflegden door tropische landschappen met veel hoog groen gras en struiken en bomen (waaronder veel baobab bomen). De weg leidde door ondermeer door Mikumi National Park in Tanzania , waar we zebra’s, giraffen en buffels gewoon aan de kant van de weg zagen grazen. Toch wel heel bijzonder om dat soort tafrelen te zien als je gewoon vanuit Utrecht op een dag in december per motor bent vertrokken.
Onderweg een enkele verkeersopstopping vanwege werk-aan-de-weg. Soms lossen de opstoppingen zich moeilijk op omdat de verkeersregelaars (in het algemeen in bezit van groene en rode vlag), beide de groene vlag omhoog houden wanneer er slechts 1 strook beschikbaar is voor verkeer uit beide richtingen. Dan rijdt je als motorrijder lachend en zwaaiend langs de buschauffeur die enige tijd daarvoor tijdens een inhaalactie een serieuze aanslag op je leven heeft gedaan. Ik geloof dat deze inhaalacties, waarbij het tegemoetkomend verkeer echt vol in de ankers moet, niet een teken zijn van kwaadwillendheid maar een meer van volstrekte afwezigheid van verkeersinzicht en/of een totaal andere perceptie van gevaar. Vaak zwaaien ze lachend terug.
Na de vrij soepele grensovergang van Tanzania naar Zambia bij Tunduma, zijn we in twee-en-een-halve dag naar Livingstone gereden. Op het asfalt dat steeds beter werd en dat voor Livingstone zelfs bijna iets weghad van een racetrack waar nog even op een lege weg de 200km per uur kon worden aangetikt (Ayso), kwamen we een aantal motorenrijders tegen. Een Australier, een Fransman, een Jappanner en ook Gijs, die op zijn KTM 990 Adventure vanuit Kaapstad terugreed naar Nederland.In korte tijd was het aantal Westerse motorrijders dat we op het Afrikaanse continent waren tegengekomen verdubbeld.
Maar de bijzonderste ontmoeting tot nu toe was de ontmoeting in Livingstone met de Zuid-Afrikaanse Dorette en haar man die vanuit Kaapstad op een (gesponsorde) 150cc motor van Chinese makelij onderweg waren naar Cairo. Net getrouwd, alles verkocht en nu op met zijn tweeen op een motor die veel weg had van een oude Kreidler op weg naar Egypte. Dorette, die de reis achterop zit, had van een aantal motorrijders het advies gekregen niet op ander motoren plaats te nemen. Ik denk dat dat een heel verstandig advies was. Als je eenmaal weet hoe confortabel het ook kan, wordt de reis nog zwaarder.
De dag na deze ontmoeting kwamen Floor en Anke eindelijk aan! Wat was het fijn elkaar weer na bijna 3 maanden in de armen te kunnen sluiten! We zitten nu in een mooi resort waar iedereen een beetje kan bijkomen van de reis naar Livingstone. Uiteraard hebben we de Victoria Watervallen bezocht.  Het is erg indrukwekken om te zien dat in het regenseizoen zoveel water uitgestort wordt, dat de gehele breedte (van 1,7km) niet te overzien is door alle damp die hierdoor ontstaat. De Zambesi, de rivier die de waterval voedt, is groter dan de Rijn! ’s Middags hebben we in het resort waar Ban Ki-moon, de secretaris generaal van de VN, verbleven had (hij kwam samen met de dames aan), een high tea en een glaasje wijn boven aan de watervallen gedronken. Of die ene zebra die daar stond te grazen naast het zwembad, helemaal in zijn natuurlijke habitat was, weten we niet, maar het zag er behoorlijk kunstmatig uit. Ook debavianen hadden zich eenvoudig aangepast aan hun nieuwe omgeving en confisceerden op sneaky wijze de suikerzakjes van onze high tea met een hit-and-run actie.
We zijn nu in afwachting van de broodnodige nieuwe banden die helaas in Johannesburg niet mee  mochten. Omdat het onderdelen van een voertuig betrof mochten ze niet mee op de vlucht van Johannesburg naar Livingstone. Vandaag zullen ze na vele telefoontjes en mailtjes van Martijn waarschijnlijk alsnog landen met eenzelfde vlucht, maar dat 48 uur later. TIA, This is Africa. We zullen zien of het lukt en niet te vergeten voor hoeveel geld.
Kunnen we nu binnenkort eindelijk onze tijgertjes trakteren op een setje nieuwe slofjes? Past alle bagage wel op onze motoren? Hoe zal het reizen met zijn vieren gaan?

Lees het allemaal in ons volgende verslag,

Uw verslaggevers ter plaatse

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Fantastisch jongens, het eind is in zicht en allebei gehaald! (helaas kunnen de jongens uit Scherpenzeel dat niet zeggen) Goed gedaan.
Doe Tjisse de groeten (refereer maar aan de luchtvaart, dan weet hij het wel)
Groeten
Sanne en Tim

Anoniem zei

Hoi Ayso,

Van harte gefeliciteerd met je verjaardag vandaag, maak er een mooie dag van met Anke, Floor en Martijn.

Groetjes,
Ad & Hermien Steur

Anoniem zei

Hi Ayso,
Gefeliciteerd! Ik weet niet zo goed hoe je het beste te contacten bent met/zonder mobiele telefoons enzo. Hoop dat jullie een fantastische dag hebben met z'n allen!
Groetjes van ons allemaal, Jolmer en Christel